De boerderij

Gepubliceerd op 23 april 2021 om 09:17

Vorige week overleden mijn tante Saar (1930) en oom Jan (1924) vijf dagen na elkaar. Bizar en uniek. Oom Jan stierf zelfs een half uur voor de afscheidsdienst van zijn geliefde Saar. Daardoor kon deze dienst niet doorgaan. Op woensdag 21 april nam de familie in besloten kring afscheid van dit unieke en onafscheidelijke echtpaar. Ik volgde de dienst via internet. Het was een mooie en warme gedachtenisviering. Als vanzelf dacht ik weer terug aan de boerderij in de polder van Rilland-Bath.

Het was de plek waar mijn moeder in 1929 was geboren en getogen. De plek waar de familie zoveel lief en leed had gedeeld. De crisisjaren, de oorlog met zijn felle strijd tussen de Canadezen en de Duitsers, de watersnoodramp van 1953. Het kwam allemaal aan de orde in de dienst. De boerderij was een stuk familiegeschiedenis. Pas in 1963 kwam er elektriciteit. Ik mocht er als kind graag logeren. Tante maakte heerlijke pap en bessensap. Zij kon met haar Zeeuwse tongval heerlijk babbelen en grappen vertellen. En oom Jan bleef als stille luisteraar liever bescheiden op de achtergrond.

Daar op de boerderij leerde ik van mijn oudere neven boompje verwisselen. Daar speelden we met een roeibootje piraatje totdat de boot wegens teveel wiebelen zonk. Einde mijn loopbaan als Hans Piraat. Daar scheen de zon altijd en werkten oom Jan en oom Adri dagelijks op het land. De boerderij leefde dankzij deze mensen die er woonden en werkten.

Met het sterven van dit briljanten echtpaar sterft een stukje in mijn hart. Zij waren boer en boerin in hart en nieren. Een uitstervend geslacht en beroep. En voor hen beiden waren geloof, Bijbel en kerkgang heel gewoon. Op hoge leeftijd deden ze nog mee aan een Bijbelkring, een Michacursus of anderszins. Wie weet lazen we ook wel graag Bijbelverhalen over de zaaier, de akker en het zaad. De oude boer en boerin zijn samen gestorven. Samen uit, samen thuis.  Wat blijft zijn de herinneringen en verhalen. Dat die als zaden mogen groeien en bloeien. Van geslacht tot geslacht.

Of om het met een spiegelverhaal van Jezus te zeggen (Marcus 4: 26-29, Bijbel in Gewone Taal):

Gods nieuwe wereld

26Jezus zei tegen de mensen: ‘Gods nieuwe wereld lijkt op een man die zaad gestrooid heeft op het land. 27Die man gaat slapen en staat weer op. Elke dag opnieuw. Intussen groeit het zaad in de grond, en het wordt koren. Hoe dat gebeurt, weet die man niet. 28Het is de aarde zelf die het laat groeien. Van de eerste groene puntjes tot het koren vol graankorrels. 29Zodra het koren rijp is, snijdt de man het af. Want dan is de tijd van de oogst gekomen.’

 

Dag lieve oom, dag lieve tante, dank voor alles.

De hartelijke groeten aan God, de Zaaier Zelve,

en aan alle gestorven lievelingen in de nieuwe wereld.

 

Hans

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.